Rauw voel ik me. Tranen aan de oppervlakte, duwend in mijn keel. Ik stap terug. Telefoon op stil. Niemand zien. Ooit was het zo veel eenvoudiger, toen ik nog alleen ik was. Nu zijn er die drie huisgenoten met een verwachtingspatroon, drie belangrijke personen tot wie ik me moet verhouden op een bepaalde manier. Ik kan nu niet meer verdwijnen.
Pijn en lijden: de pijn die er niet mag zijn
Dus duw ik terug. Duik ik onder, voor zover mogelijk. Dit is normaal. Voor mij is dit normaal. Eens in de zo veel tijd. Het is een boemerang die eeuwig terug blijft komen en die ik soms vergeet, begraaf, maar dan ineens is die er weer. Keihard, onverwachts, en altijd weer ben ik verrast en begrijp ik niet goed waar die nu weer vandaan is gekomen.
Pijn van vroeger
Het is pijn. Pijn uit een vorig leven. Pijn van ver, die me bezoekt in mijn slaap. Die op me jaagt in mijn dromen. Pijn die in het donker naar voren komt, pijnlijk vertrouwd en latent sluimerend, pijn die altijd zijn weg terugvindt naar mij, onder mijn huid kruipt om daar te jeuken en te etteren.
Oude pijn
En dan zit ik. Draai ik op mijn meditatiekussen. Voel ik me misselijk, sluit mijn ogen en laat me overspoelen. Oké. Ik zit nu klaar. Kom nu maar, kom maar. Als golven dein ik mee, ga ik kopje onder en kom ik weer boven. Nee, ik val niet uit elkaar. Ik ga niet in stukjes. Ik ben nog één.
We voelen ons niet gezien
Iedereen heeft dit, iets van vroeger. Triggers in het heden die ons transporteren naar toen. Emotioneel reageren op onbenullige zaken. Dingen veel te belangrijk maken, verdedigen, bevechten. Eigenlijk gaat het over iets anders. Het niet gezien worden.
Vergeten voor mezelf te zorgen
Ik was het even vergeten. Of ik had er misschien even geen zin in. Ik wilde niet gezond eten, niet sporten en vroeg naar bed. Ik wilde in de avond verdwijnen. Snoepjes van mijn kinderen naar binnen proppen, als ze (eindelijk) in bed liggen en blijven plakken voor de televisie.
Ik verstop me
De dingen in het leven die me hier en nu verdrietig maken, waardoor ik me machteloos voel, zogen me mee. Haakten me vast aan al mijn mislukkingen. Ik verstop me. Net als mijn kleinste zoon, kruip ik weg. Als een gewond dier. Zodat de pijn me niet kan pakken. Hunkerend naar validatie dat het wel genoeg is. Dat ik wel de moeite waard ben.
Verbind met het kind in jezelf
Maar het werkt natuurlijk niet. En ik weet het prima. Cognitief. De pijn wordt minder rauw als ik de ander niet meer gebruik voor bevestiging en toedekking voor die innerlijke afwijzing. Als ik in staat ben mezelf te omarmen. Met compassie naar mezelf kijk. Mezelf blijf zien als het kind dat ooit vleugellam was, het kind dat in mij huist. Het kind waar ik geen gehoor aan geef.
In het christelijke gebed om kalmte (iedereen kent die wel uit films en series – gebruikt door de AA in het twaalf stappenplan) formuleren ze het zo prachtig:
God, schenk me kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
de moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen
en wijsheid om het verschil hiertussen te zien.
Dit werkt niet
Dit werkt niet. Dat weet ik. Maar het is soms zo zwaar. En het voelt soms zo zinloos. Alsof ik niet verder kom. Alsof ik aan het ploegen ben door de duinen. Mijn schoenen zwaar van het zand. En dan weer een duin en de zee blijft eeuwig onbereikbaar.
Makkelijker om door te worstelen dan het monster in de bek te kijken
Het is soms zoveel eenvoudiger de dingen te doen zoals je ze al zolang doet, ook al werkt het niet.
We zijn geneigd om een kansloze strijd aan te gaan met onze pijn, eindeloos door te ploeteren. Schouders eronder en door. Het lijkt zo veel moeilijker bereid te zijn de pijn in ons leven te ervaren en het monster goed in de bek te kijken, liever gaan we door, door, door.
Pijn en lijden, vermijden is fijn
Liever kiezen we een vermijdend leven in de comfort zone, dan een ervarend leven buiten deze veilige plek. Ook al voelen we ons niet blij. Want een waardegericht leven vergt ongelooflijk veel moed. Alles wat we echt graag willen is per definitie doodeng en de uitkomst onzeker. En soms ben je gewoon even te moe om nog te vechten.
Pijn en lijden
Ik wil het niet. Ik wil geen pijn en geen lijden. Een pijnvrij leven wil ik. Net als iedereen. Maar acceptatie is geen controle strategie. Geen staat die je bereikt als een superkracht die je immuun maakt voor pijn.
Ik heb mijn hardloopschoenen aan en ik ren straks naar buiten. En dan begin ik opnieuw. Ik ga voelen hoe mijn voeten de grond raken. En hoe mijn longen zich vullen en ik de adem weer loslaat. Ik ga voelen dat ik leef.
Dat ik er helemaal ben.
In het hier en nu.
Wauw in één woord prachtig Iris!
Nou wat een lieve reactie. Dankjewel Marije!